Krap een jaar geleden konden we in de bioscoop zien hoe Coco Chanel zich aan de armoe ontworstelde en haar eerste schreden zette op het pad van ontwerpster. De belangstelling voor de modegodin was met Coco Avant Chanel echter nog niet uitgeput. In Coco Chanel & Igor Stravinski zoomt regisseur Jan Kounen – geboren in Utrecht, opgegroeid in Frankrijk – in op de affaire die zij had met componist Igor Stravinski.
Het was een van de grootste kunstschandalen van de vorige eeuw: de première van Stravinski’s Le Sacre du Printemps in 1913 in Parijs. Het publiek, dat gewend was aan zoet vermaak als Het Zwanenmeer enSleeping Beauty, was hevig ontsteld door het primitieve, seksueel geladen stuk dat het voorgeschoteld kreeg. Een jonge maagd, uitverkoren als offer aan de zonnegod, die zichzelf op onconventionele klanken dood danst? Schande! Een van de mensen in de zaal was Coco Chanel. Zij vond het prachtig.
Kounen besteedt de eerste twintig minuten van Coco Chanel & Igor Stravinski aan deze gebeurtenis, en geeft de film daarmee een fantastische start. We zien hoe Coco (Anna Mouglalis) aankomt in de schouwburg en hoe Igor (Mads Mikkelsen) achter de schermen zijn zenuwen bedwingt. Het prachtig uitgedoste publiek neemt plaats in de immense zaal, waarna de eerste klanken voor ongemakkelijk geschuif zorgen. Beeld en geluid vallen samen; hoe vreemder de dans en de muziek wordt, hoe onrustiger het publiek. Het eindigt in geschreeuw, gescheld en een inval van de politie, terwijl de muzikanten en dansers stug doorgaan met de voorstelling.
Dan is het zeven jaar later; de eerste wereldoorlog is voorbij en de ‘roaring twenties’ zijn begonnen. Op een feestje ontmoeten de componist en de inmiddels succesvolle ontwerpster elkaar. Chanel herinnert zich die wonderlijke avond in de schouwburg, en biedt Stravinski en zijn gezin haar villa aan, zodat hij rustig kan werken aan een volgend meesterwerk. Of haar motieven helemaal zuiver zijn, is de vraag. En ja hoor; al snel duikt Coco in een bevallig negligé op voor Igor’s bed. Terwijl zijn vrouw, die vroeg oud is geworden door vier bevallingen en het eeuwig gesappel dat bij een kunstenaarsleven hoort, ziek is, bespringen de twee creatievelingen elkaar.
Met Coco Chanel & Igor Stravinski neemt Kounen de vrijheid om een gerucht als feit te presenteren; het is nooit bevestigd dat Coco en Igor meer zijn geweest dan huisgenoten. Decennia na de dood van de twee zal niemand daar echter meer om malen, en het verhaal over hun affaire is bovendien aannemelijk. Chanel was immers een mannenverslindster, en als onconventionele geesten, beide revolutionair in hun vakgebied, pasten zij en Igor bij elkaar.
Het gekke is dat de film ondanks dat bloedeloos en leeg blijft. Tussen Mouglalis en Mikkelsen ontbreekt elke chemie en hun personages zijn zo kil en onsympathiek dat het onmogelijk is om met ze mee te leven. De Coco die Kounen tot leven wekt, is zelfs ronduit naar; manipulatief, egocentrisch en immoreel. Igor doet het al niet veel beter, met zijn hardvochtige houding tegen zijn vrouw en zijn superioriteitsgevoelens. Het verloop van hun affaire, dat een dik uur duurt, wil bovendien niet interessant worden. Ze ruziën wat, vrijen wat, werpen elkaar ijzige blikken toe, en dat was het wel.
Het moet gezegd: de aankleding is een lust voor het oog, zowel wat betreft de kleding van Chanel als de streng zwart-witte art-decostijl waarmee haar villa is ingericht. Achter dat uiterlijk gaat echter weinig schuil. Coco Chanel & Igor Stravinski is visueel indrukwekkend, maar zielloos. (M.K.). Bron: http://blog.spitsnet.nl